Ik eindig 2016 zoals ik het begonnen ben: met een stevige Ardennenwandeling, al had deze eindejaarswandeling geen avontuurlijke trekjes in tegenstelling tot mijn nieuwjaarswandeling. Ik wandelde in de uitgestrekte bossen (of het woud) ten noorden van Saint-Hubert. Mijn wandeling van vandaag, Bilaude (nr. 4 op de kaart), is eigenlijk een uitbreiding van de route die ik in november 2010 stapte.
Gegevens:
Afstand: 22,98 km, dat is inclusief een uitbreiding van ruim 1 km in/rond natuurgebied Fagne de Rouge Ponceau. Volgens de kaart zou de route (zonder uitbreiding) 20 km moeten zijn.
Bewegwijzerd? Ja, met een blauwe rechthoek en de bewegwijzering is uitstekend (d.w.z. je kan de route volgens mij gewoon zonder kaart volgen).
"Bron": wandelkaart Au Pays de Saint-Hubert van het NGI en het Royal Syndicat d'Initiative de Saint-Hubert.
Start- en eindpunt: volgens de kaart heet dat Carrefour du Sapin-Fi, maar dat is waarschijnlijk een officieuze plaatselijke naam want zo te zien is dat op geen enkele kaart terug te vinden. Vandaar een korte routebeschrijving: op de N89 (St.-Hubert – La Roche – Vielsalm) neem je de afrit naar het vliegveld, maar je rijdt weg van het vliegveld (komende van La Roche hou je dus de N89 links van je, komende van St.-Hubert rij je onder de N89 door), de parkeerplaats iets verder laat je links liggen en je rijdt verder het bos in over een redelijk verbrokkelde verharde weg tot je op een T-kruispunt uitkomt en dat is het fameuze Carrefour du Sapin-Fi; de straatnaam is Rue du Panorama. Bereikbaarheid met het openbaar vervoer: in de verste verte komt er geen openbaar vervoer, tenzij ik me heel hard vergis.
Aard van de wegen: heuvelachtig zonder echt steile hellingen, maar de hellingen zijn soms wel heel lang; vooral halfverharde wegen (grind, veldkeien, …), afgewisseld met soms erg verbrokkelde asfaltwegen (waarbij ik me afvraag waarom men ooit midden in het bos de wegen heeft menen te moeten verharden), de uitbreiding door Fagne de Rouge Ponceau bestaat volledig uit een plankenpad (erg glad waar er geen kippengaas op ligt).
Indrukken over de route/het landschap:
Ondanks de lengte is dit weer een van die routes die ik gemakkelijk relatief kort kan samenvatten. Ik wandelde de hele tijd door het bos. Het is een nogal afwisselend bos waar naaldbomen (vooral sparren, maar ik zag bijvoorbeeld ook lorken) afgewisseld werden met loofbomen (vooral beuken of waren het haagbeuken?) en natuurgebied Fagne de Rouge Ponceau bestaat vooral uit eiken en berken met een ondergroei van bosbessenstruiken, varens en gras (pijpenstrootje?). Er zijn ook enkele open plekken. En het geheel wordt vervolledigd door verschillende beken en beekjes: soms wandelde ik geruime tijd langs de vallei ervan, soms moest ik ze gewoon een keer oversteken; het gaat dan om waterlopen zoals de Rau de la Doneuse, de Rau du Rabani, de Masblette of de Rau de Palogne.
Conclusie:
10/10. Een prachtige bosroute die toch afwisselend is. Enige minpunt: de wegen zijn breed tot heel breed en overal minimaal halfverhard.
Een (kleine) selectie uit mijn foto's: klik, klik, klik.
Even fulmineren over de jacht … Voor wie in deze streek wil wandelen maar denkt af te wijken van de brede halfverharde of verharde wegen: bij de toegang tot verschillende paden stonden bordjes die expliciet de toegang verbieden (al vraag ik me wel af hoe rechtsgeldig die zijn). Voor de andere lijkt een impliciet verbod te gelden: de infoborden verboden de toegang door vermeldingen in de aard van dat wandelaars op de wegen/bewegwijzerde routes moesten blijven. Nu kan ik er zeker begrip voor opbrengen dat bossen of andere natuurgebieden soms deels ontoegankelijk zijn, al dan niet tijdelijk, om de flora en/of de fauna te beschermen. Maar mijn begrip houdt op als ik zie dat er in die niet toegankelijke gebieden jachtkansels e.d. staan. De officiële uitleg voor de toegangsverboden is ook het beschermen van de wilde dieren. En de officiële uitleg voor de jacht is dat die nodig zou zijn om sommige diersoorten te beheren. Maar eigenlijk dient die bescherming gewoon om meer dieren te kunnen oogsten natuurlijk. En dat beheren: er zijn maar zoveel dieren als er voedsel en rust- of schuilplaatsen zijn. Als dat er niet meer genoeg is, zullen er minder jongen geboren worden, zullen er minder jonge dieren de eerste winter overleven, enz. Dat is misschien wat kort door de bocht, maar grofweg komt het toch daar op neer. En wat schade door bijvoorbeeld everzwijnen betreft: schrikdraad is daarvoor een goede oplossing.